Sparen voor je eerste expositie is niet genoeg

Naar aanelding van de verkoop van zijn bronzen sculpturen organiseerde de jonge kunstenaar Niels van Bunningen (26) zelf een solotentoonstelling (met boek) in de oude bronsgieterij De Olifant in Nijmegen. ‘Ik wilde al mijn kunstwerken nog één keer samen laten zien om ze aan de man te brengen, want het zijn grote aankopen’, vertelt hij.

Tijdens de opening probeerde Van Bunningen de aandacht van het publiek vast te houden met livemuziek, verse friet en een livedemonstratie van het bronsgieten.

Jonge kunstenaars nemen steeds vaker het heft in eigen hand door zelf manieren te bedenken om hun kunst te exposeren en te verkopen. Uit het recente onderzoek ‘De Rotterdamse Kunstenaar in Beeld’ van CBK Rotterdam en Stichting Kunstaccomodatie Rotterdam blijkt dat het eigen netwerk cruciaal is om een inkomen te genereren uit de verkoop van kunst.

De meeste kunstenaars beschikken over een eigen atelier, waar ze de helft van hun werkweek doorbrengen. Maar de tijd die ze in die autnome atelierpraktijk steden, staat niet in verhouding tot de inkomsten, want de verkoop van kunst bedraagt slechts 21% van hun totale inkomen.

Driekwart van de kunstenaars heeft er minstens één andere werkkring naast. Natuurlijk maken de meeste hedendaagse kunstenaars gebruik van sociale media, maar uit hetzelfde Rotterdamse onderzoek blijkt dat ze dit vaker doen om contacten te onderhouden met collega-kunstenaars (51%) dan met potentiële kunstkopers (29%).

Maaike van Steenis, die kunstenaars traint en coacht in manieren om meer inkomen te verwerven, adviseert haar klanten om naast het posten op sociale media óók een nieuwsbrief rond te sturen. ‘Dan weet je zeker dat iedereen die interesse heeft in jouw kunst op de hoogte is. Door filters van Facebook ontvangt maar een klein percentage van je contacten daadwerkelijk jouw berichten. Bovendien blijf je door een nieuwsbrief te sturen beter in het geheugen hangen van geïnteresseerden tot het moment dat ze een kunstwerk nodig hebben voor boven de bank’, aldus Van Steenis.

Verval 2011Niels van Bunningen, Verval (2011)

Niels van Bunningen maakt van sociale media gebruik door update te plaatsen over het maakproces van zijn kunstwerken en de opbouw van de tentoonstelling. ‘Uiteindelijk verkoop ik niet alleen mijn werk, maar ook mijzelf als kunstenaar.’ Van Bunningen begon al tijdens zijn studie met het opbouwen van een netwerk, door te werken voor gevestigde kunstenaars. ‘Ik was toen al heel erg bezig om mezelf naar buiten te brengen en om zelf mee te doen aan tentoonstellingen, dus ik wist wat ik na de academie kon verwachten.’

Daarnaast had hij tijdens zijn studie bewust gespaard om direct na zijn afstuderen te kunnen investeren in de grote machines waarmee hij zijn sculpturen kan maken. Na zijn afstuderen werd Van Bunningen door onder andere Galerie Ron Mandos en Galerie Bart gevraagd om te exposeren. ‘Mijn netwerk werkt echt via via. Ik ken een paar mensen persoonlijk die bij grote initiatieven werken, en dan wordt je gevraagd om mee te doen aan tentoonstellingen.’

Voor de vorig jaar afgestudeerde kunstenares Nina Spoetnik liep het na haar studie minder soepel. Ook zij had tijdens haar studie al gespaard om een onderneming op te bouwen en ervoor gezorgd dat ze met collega-kunstenaars een atelierruimte kon huren. Toch was het moeilijk om een nieuw publiek te bereiken dat haar conceptuele kunst zou willen kopen. ‘Ik ben mij gaan afvragen hoe ik mijzelf professioneel op de kart kan zetten. De manier om dat te doen is om met veel kunstenaars te exposeren, waardoor galeriehouders eerder zullen komen kijken.’

Spoetnik bedacht daarom initiatieven waarmee ze zichzelf en andere startende kunstenaars kon helpen financieel onafhankelijk te worden en met experts in de kunstwereld in contact te komen. Het eerste evenement dat ze van de grong kreeg, Preparture, is in oktober. Hiervoor kreeg ze subside van de gemeente Den Bosch en het Hermes Kunst- en Cultuurfonds. ‘We gaan een expositie samenstellen en een muur van informatie maken over het leven van startende kunstenaars dan weet het publiek wie de kunstenaars zijn en wat we doen.’

Zowel Spoetnik als Van Bunningen geeft toe dat zelf exposities organiseren veel tijd kost. Spoetnik: ‘Ik heb geen tijd meer voor mijn kunstenaarschap, omdat het project zo groot is geworden. Maar het is belangrijk voor mijzelf als kunstenaar om de zakelijke kennis op te doen.

This article was published on 30 August 2014 in Het Financieele Dagblad.