Dromen van een revolutie

Een paar waslijnen met oude lakens en theedoeken hangen in de tentoonstellingsruimte van Framer Framed. Daarop zijn de letters ‘You left me’ gestikt met daaronder viermaal de vraag ‘Why?’. Deze installatie van Nikolay Oleynikov verbindt het vertrek van een geliefde met de nachtmerrie dat een revolutie niet meer mogelijk is.

Het is een mooie keuze om dit werk direct bij binnenkomst van de tentoonstelling It Wont Be Long Now, Comrades! op te hangen. De tentoonstelling grijpt de Russische Revolutie van 1917 aan om het werk van Russische en Oost-Europese kunstenaars te exposeren die de positieve aspecten van revoluties en bottom-up activisme tonen. In de catalogus schrijven de curatoren dat in 1989 het linkse maakbaarheidsideaal failliet werd verklaard, maar dat heden ten dage steeds meer mensen zich vervreemd voelen van de neoliberale partijpolitiek waardoor er hernieuwde belangstelling is voor zelfbestuur en coöperatieve werkwijzen.

Tijd dus om die linkse idealen weer eens af te stoffen. De installatie van Oleynikov dient daarbij als een wekker. Op een laken in Oleynikov’s installatie staat in het Russisch zijn gedicht: In every curl on your pelvis – Lenin, In every new sip of your saliva – Gramsci, In your left armpit – Angela Davis in ferocious leap, […]”. Hiermee vermengt hij het nachtelijk zweten met namen van grote revolutionairen, alsof ze je in je droom aan het wakker roepen zijn.

Het kunstwerk dat direct inhaakt op de stelling dat revoluties ook positieve aspecten hebben, is de grote muursticker van Marge Monko. Met grote letters staat geschreven I (don’t) want a baby. Deze slagzin verwijst naar de legalisatie van abortus na de Russische Revolutie. Eronder zie je typische uniforme fabrieksarbeidsters uit de vroege jaren van de Sovjet-Unie, afgebeeld als de Nieuwe Vrouw Sovjet-stijl. In de catalogus wordt opgemerkt dat deze Nieuwe Vrouw zich onderscheidt van het bourgeoisie model, doordat zij wel actief deel mocht nemen aan het opbouwen van de nieuwe samenleving en het beoefenen van ‘vrije liefde’.


Marge Monko, I (Don’t) Want a Baby, 2017, © Eva Broekema

Natuurlijk zijn er kanttekeningen te plaatsen bij wat vrouwen daadwerkelijk in de melk te brokkelen hadden en of vrije liefde echt geaccepteerd was. Maar de ideeën die Monko met haar werk aankaart over de gelijkheid van vrouwen en mannen zijn nog steeds actueel en de moeite van het overdenken waard.

Dat feminisme vaak een belangrijke rol speelt in hedendaags grassroots activisme is haast een open deur. Zeljka Blaksic aka Gita Blak laat in haar videowerk Whisper – Talk – Sing – Scream (2013) activisten zien die minder voor de hand liggen. Je ziet vijf meisjes van tien en twaalf jaar op straat een performance opvoeren. Zonder ondertiteling zou je denken dat ze met handjeklap- en fluisterspelletjes bezig zijn, terwijl ze synchroon hun danspasjes doen en versjes zingen. Ze dragen echter politieke boodschappen uit van studenten die protesteerden tegen de commercialisering van universiteiten of de lage lonen van fabrieksarbeidsters in de kledingindustrie. De teksten en choreografie zijn compleet ingestudeerd, maar je krijgt niet het idee dat ze gehersenspoeld zijn. De meisjes zingen de leuzen vol overtuiging en met plezier, waardoor ze minder naïef lijken dan je in eerste instantie denkt.

Maar wat levert al dat activisme uiteindelijk op? Deze vraag stelt Andreja Kulunčić letterlijk met haar videowerk What has our struggle given to me?, onderdeel van het project Creative Strategies (sinds 2010). In de tentoonstelling staat een bankje waar je op kunt zitten. Ernaast staat een kastje met bordjes waarop termen zoals ‘directe democratie’ zijn uitgelegd. In theorie klinken die termen mooi, maar in de film komen wanhopige arbeiders aan het woord die hun fabriek al acht maanden bezetten om sluiting te voorkomen. Kulunčić toont hiermee hoe moeilijk zelforganisatie kan zijn in een samenleving waar corruptie, privatisering en sociale erosie de boventoon voeren.

Dat brengt ons bij de meer theoretische film van Irina Bucan, It is now a matter of learning hope (2014). Tussen de megalomane ruïnes van dictator Nicolae Ceaușescu op het desolate eilandje Morii zie je een kunstenaar ijsberen, terwijl ze uit haar hoofd tekst probeert te citeren van onder anderen Thomas More, Karl Marx en Constant Nieuwenhuys. ‘This is not really a place, but a non-place. Imagination is our capacity to withdraw from the world to that non-place.’ Of: This culture has never been capable of satisfying anyone.De film doet je afvragen of het kind niet met het badwater is weggegooid in 1989. Het kunstwerk propageert zeker niet een herleving van communistische dictaturen, net als de ruïnes van Ceaușescu behoren deze tot het verleden. Maar door de repetitie van die paar regels ga je wel geloven dat er een kern van waarheid zit in de woorden van deze denkers van weleer. Op de vraag van de tentoonstelling wat het positieve aspect van revoluties zijn, geeft deze film een helder antwoord: de mogelijkheid om te dromen van een betere samenleving.

‘It won’t be long now comrades’
14 september t/m 12 november 2017
Framer Framed, Amsterdam

This article was published in December 2017 in issue #105 of Tubelight, magazine for art criticism.